MetaClear

€ 38,95

Terug naar pagina Metagenics

 

Eén van de belangrijkste leverfuncties is de ontgiftingsfunctie. Het doel ervan is een vetoplosbare stof, die niet uitgescheiden kan worden, om te zetten in een wateroplosbare stof, die wel uitgescheiden kan worden via urine of gal. Dit proces gebeurt in verschillende stappen, die duidelijk te onderscheiden zijn:
1. Fase I, waarbij de vetoplosbare stoffen omgezet worden in intermediaire metabolieten (actie van een groot aantal P450 cytochromen)
2. Fase II, waarbij de meer reactieve intermediaire metabolieten gebonden worden (conjugatiefase) aan wateroplosbare moleculen (sulfaat, glucuronzuur, glutathion)
3. Fase III, waarbij de aanvankelijke stoffen, die wateroplosbaar geworden zijn, uitgescheiden worden via gal of urine
In bepaalde gevallen kan het voorkomen dat het evenwicht tussen fase I en fase II verstoord is. Zo kan het gebeuren dat er een verhoogde productie is van vrije radicalen, vooral als de reacties van Fase I overdreven zijn ten opzichte van die van Fase II. In dit geval kan het aangewezen zijn de toevoer te optimaliseren antioxidanten en van nutriënten die cofactoren zijn van antioxidantenzymes voor het neutraliseren van die vrije radicalen.

Zink, koper en mangaan zijn cofactoren van de superoxidedismutase, terwijl selenium en glutathion, afkomstig van N acetylcysteïne, cofactoren zijn van de glutathionperoxidase. 

De vitamines B1, B2, B3, B5 en magnesium zijn onontbeerlijk voor de energieproductie (ATP), die nodig is voor het goede verloop van de leverontgifting. Foliumzuur (vitamine B9) en vitamine B12 zijn betrokken bij een speciale stap van de ontgifting, nl. de methylatie.(1)

De aanvoer van bepaalde aminozuren, zoals L cysteïne, L threonine, L lysine en L glycine zijn elementen die een rol spelen in de fase II conjugatiereacties.
Het aanwenden van verschillende uit planten geëxtraheerde, actieve stoffen, kan de fysiologie van de lever en het gastro-intestinaal stelsel beïnvloeden. 

Fase III van het ontgiftingsproces komt onder andere overeen met de eliminatie van stoffen die wateroplosbaar geworden zijn in de urine. Dit mechanisme wordt geoptimaliseerd door de alkalinisatie van urine (2) (urinaire pH moet hoger zijn dan 6,6), die men bereikt door meer fruit en groenten te eten en door citraten aan te voeren.

Tevens kunnen bepaalde fytonutriënten een rol spelen bij het evenwicht tussen fase I en fase II. Choline is voor het lichaam een essentiële voedingstof. Choline wordt omgezet in fosfatidylcholine, die noodzakelijk is te verhinderen dat vetten en cholesterol gaan accumuleren in de lever.

Ingrediënten
Hydroxypropylcellulose, Microkristallijne cellulose, Dicalciumfosfaat, Stearinezuur, Natriumcarboxymethylcellulose, Silica, Magnesiumzouten van vetzuren.